“De kinderopvang wordt een plek waar kinderen zich spelend kunnen ontwikkelen. Zo werken we aan een kansrijke start en voorkomen we achterstanden. [inleidend] Elk kind krijgt recht op vier dagen per week gratis kinderopvang, aansluitend op het ouderschapsverlof.”
“De huidige opvang, voorschoolse educatie en peuterspeelzaal worden samengevoegd tot één kinderopvang van hoge kwaliteit, waarbij gespecialiseerd personeel al in een heel vroeg stadium ontwikkelingsachterstanden en -voorsprongen herkent. We werken toe naar gedeelde locaties van de kinderopvang en de basisschool. Zo worden alle kinderen bereikt, groeien ze samen op en leren ze van elkaar.”
“Bij de kinderopvang staat de ontwikkeling van het kind centraal. Elk kind krijgt spelenderwijs voorschoolse educatie. Dat betekent dus geen kleutertoetsen maar een stimulerende, taalrijke omgeving.”
“We zorgen voor extra financiering voor kinderen met risico op leerachterstanden, bijvoorbeeld met extra taalonderwijs, én voor talentvolle kinderen die juist behoefte hebben aan meer uitdaging.”
“We bieden elk kind de kans om mee te doen aan sport, cultuur, muziek of het ontdekken van techniek en natuur. Scholen krijgen middelen om hiervoor vakdocenten in te zetten en werken nauw samen met plaatselijke verenigingen en bibliotheken. We geven ook elk kind het recht op een gezonde lunch en fruit. We stimuleren een gezonde leefstijl en daarmee gezond opgroeien. Alle activiteiten worden zoveel mogelijk op en via de school en de opvang aangeboden."
"Leraar en leerlingen gedijen beter in kleinere klassen. Er dient een meerjarenplan te komen om de (maximale) klassengrootte substantieel te verlagen naar 23 leerlingen per klas."
"Om laaggeletterdheid aan te pakken, kiest D66 ervoor om te investeren in schrijf- en leesvaardigheid van de Nederlandse taal op zowel basis- als middelbare scholen, en het schoolvak Nederlands aan te passen. De huidige wet- en regelgeving moet zo worden aangepast dat het bevorderen van de leesvaardigheid belangrijker wordt dan het trainen voor het examenprogramma."
“Scholen met meer kansarme leerlingen krijgen een hoger budget. Het geld kunnen zij gebruiken voor het verkleinen van klassen, het aannemen van ervaren leraren of het aanbieden van extra taal- of bijles. Zo verbeteren we de kwaliteit op deze scholen en maken we de scholen aantrekkelijk voor alle leerlingen.”
“Er komt één wet op funderend onderwijs. Die wet zorgt er voor dat de kinderopvang, basisscholen en middelbare scholen makkelijker kunnen samenwerken. Faciliteiten zoals gebouwen worden gedeeld.”
“Elke leerling leert goed lezen, schrijven en rekenen. Het is de basis om verder te leren. Nieuwkomers en laaggeletterden krijgen de kans om in schakelklassen of taalhuizen beter te worden in taal en rekenen. Zo kunnen ook zij meedoen in de samenleving.”
“In het hele onderwijs leren kinderen over burgerschap, mensenrechten en het belang niet te discrimineren. Zodat ze, met kennis van ieders rechten en plichten, kunnen deelnemen aan de samenleving.”
“Digitale vaardigheden krijgen een betere invulling in het nieuwe curriculum. Met aandacht voor kunstmatige intelligentie en kritisch denken over privacy en ethiek. We ondersteunen het effectiever gebruiken van digitale leermiddelen en –methoden, met extra financiering voor leerlingen uit kansarme gezinnen. Deze digitale leermiddelen en -methoden zijn ook digitaal toegankelijk voor leerlingen met een beperking, bijvoorbeeld een visuele beperking of een motorische beperking.”
"Elke leerling krijgt het recht om tot 18 jaar funderend onderwijs te volgen. In het speciaal onderwijs is dat tot en met 20 jaar. Dat onderwijs is niet op een ‘niveau’ maar in een richting: praktijkgericht, vakgericht, beroepsgericht of academisch gericht. Tot 14 jaar maken leerlingen kennis met allerlei vakken. Daarna maken ze per vak de keuze voor een richting."
“We stimuleren brede meerjarige brugklassen en 10-14-scholen. Brede brugklassen voorkomen te vroege selectie. Categorale scholen voorzien in een behoefte, maar moeten altijd intensief samenwerken met brede scholen om maatwerk mogelijk te maken.”
“We moedigen aan dat sommige vakken juist gezamenlijk worden gegeven. Zo blijven leerlingen in contact met leerlingen die vooral een andere richting hebben gekozen. We denken daarbij aan bewegingsonderwijs, maatschappijleer, creatieve vakken en onderdelen van talen.”
"Er komt een hechtere samenwerking tussen verschillende scholengemeenschappen, zowel vanuit het regulier als speciaal onderwijs en mbo-instellingen. Leerroutes vanuit voortgezet (speciaal) onderwijs naar mbo niveau 3 en 4 krijgen meer aandacht en ondersteuning via een beroepsgerichte leerlijn, die beter aansluit op de arbeidsmarkt. Mogelijkheden om entreeopleidingen en mbo niveau 2 opleidingen te integreren binnen de middelbare schoolomgeving kunnen worden verkend, waarbij de behoefte van de leerling centraal moet staan."
“We werken toe naar een maatwerkdiploma. Dat is een portfolio van behaalde resultaten in mogelijk meerdere richtingen. De vakken waar een leerling het minst goed in is, bepaalt niet meer het niveau van het diploma. Ook hoeven leerlingen niet een heel jaar over te doen als ze bij één bepaald vak nog niet op het gewenste niveau zitten.”
“D66 wil de weg inslaan naar inclusief onderwijs: elke school en opvang is toegankelijk voor alle kinderen. Niet langer kinderen met of zonder beperking gescheiden van elkaar laten opgroeien, maar samen spelen en leren.”
“Iedereen heeft recht op de toegang tot onderwijs. We zorgen dat dat is vastgelegd in de wet. Er mogen in de schoolgebouwen geen fysieke belemmeringen zijn voor een leerling of student om onderwijs te kunnen volgen, maar er mogen ook geen beperkende fysieke voorwaarden vooraf aan de leerling of student worden gesteld. Scholen worden gestimuleerd en gefaciliteerd om dit onderwijs te laten aansluiten op de leerbehoeftes en mogelijkheden van de leerling/student. Daarnaast moeten de middelen voor onderwijs en voor ondersteuning en zorg in onderwijs worden ontschot, zodat er één grote pot komt waaruit het passend onderwijs voor elke leerling kan worden vergoed."
“We geven scholen wat ze nodig hebben om ook leerlingen met een beperking goed onderwijs te geven. Van extra handen in de klas, tot kleinere klassen of ondersteuning van experts. Daarnaast versoepelen we de toegang tot speciaal onderwijs, door de bureaucratie te verminderen en een plek in deze onderwijsvorm te garanderen. Wachttijden voor de toegang tot het speciaal onderwijs zijn onacceptabel."
“Omdat maatwerk om unieke aanpassingen van een schoolgebouw kan vragen, zorgt de overheid ervoor dat in de regio van de leerling een reguliere school en voor studenten een reguliere opleiding kan worden gevonden om onderwijs te volgen. Door deze regionale aanpak zijn de voorzieningen betaalbaar en organiseerbaar. Voor nieuwbouw van onderwijsgebouwen moet toegankelijkheid worden opgenomen in de regels van het bouwbesluit."
“De leraar is geen zorgverlener. Elke school krijgt daarom een zorgteam. Daarin zit in elk geval een schoolpedagoog, een schoolverpleegkundige, een schoolpsycholoog en een medewerker van jeugdhulp. De organisatie van het zorgteam laten we nauw aansluiten bij de gemeentelijke organisatie van de jeugdzorg. Zo staan ouders en leraren er niet alleen voor en wordt er op tijd ingegrepen."
“De expertise uit het speciaal onderwijs moet behouden blijven en worden ingezet in het regulier onderwijs.”
"Intensieve samenwerking van speciaal en reguliere scholen kan worden aangegaan met behoud van eigen brinnummer."
“Leraren die werken op een school met veel leerlingen met een leerachterstand, verdienen een hoger salaris. We willen de beste leraren naar deze scholen toe krijgen.”
“Leraren krijgen minder regels, kleinere klassen en minder lesuren. Daardoor krijgen zij meer ruimte om het beste onderwijs aan onze leerlingen en studenten te geven."
"We zorgen voor een veilige leer- en werkomgeving door te investeren in studentbegeleiders en vertrouwenspersonen."
“Scholen mogen in samenspraak met ouders en leerlingen hun eigen onderwijs inrichten. Daarmee gaan scholen ook over de invulling van vakanties en vrije dagen.”
"Ouders (en hun kinderen) zijn de belangrijkste belanghebbenden bij goed onderwijs. Ouders krijgen op dit moment echter te weinig ondersteuning. Daarom komt er extra budget voor ouderorganisaties die zich richten op ondersteuning van ouders met voorlichting en bij de versterking van hun positie in de medezeggenschaps- en ouderraden."
“Bij de vrijheid van onderwijs staat voor ons het recht van burgers om een school te stichten centraal, níet de levensbeschouwelijke of onderwijskundige grondslag. De keuzevrijheid van ouders en een volledige publieke financiering van scholen sluiten hierop aan, mits het onderwijs aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. Met publiek geld gefinancierde scholen moeten alle leerlingen toelaten die de grondslag van de school respecteren."
“Gemeenten krijgen bevoegdheden bij inschrijving en toelating, om beter te kunnen inspelen op krimp óf te kunnen ingrijpen bij toenemende segregatie. Zo kunnen ze een eerlijke kans voor alle kinderen bevorderen in plaats van het recht van de sterkste.”
“De schoolkosten voor minderjarige mbo-studenten worden geschrapt.”
"We stimuleren instellingen om overstappen tussen vo, pro/vso, mbo, hbo en wo makkelijker te maken. Schakeltrajecten maken we onderdeel van de normale financiering. Daarnaast worden er passende en effectieve leerroutes ingericht tussen vo(pro/vso)-mbo en bijvoorbeeld hbo/mbo. Dit door het verlenen van vrijstellingen voor bijvoorbeeld havo- of hbo-studenten bij een mbo-opleiding. De student en leerroute staan centraal en financiën volgen. Hiervoor is ontschotting tussen de leerdomeinen noodzakelijk."
“Ieder kind krijgt op dezelfde manier cultuuronderwijs. Op de rijke schooldag is er veel ruimte voor ieder kind om kunst en cultuur te ervaren en zich hierin te ontwikkelen.”
“Op alle scholen wordt seksuele diversiteit onderwezen. LHBTI+ discriminatie op scholen wordt aangepakt. We helpen docenten met vaardigheden om LHBTI+ acceptatie te bevorderen. Dit is onmisbaar voor een veilige omgeving voor alle kinderen op school.”
"D66 vindt het slim en rechtvaardig om te zorgen dat elk kind kan rekenen op een stevige basisinvestering in de eigen toekomst. Daarom willen wij verkennen hoe elk kind op de leeftijd van 16 jaar een ontwikkelingsbudget krijgt, te gebruiken voor onderwijs en in kansen op ontplooiing. Wanneer een kind een universitaire studie volgt blijft er nog een deel over. Andere kinderen stoppen eerder met school en starten eerder met werken. Voor hen blijft een groter deel van hun budget beschikbaar voor latere investeringen in erkende opleiding en ontplooiing. De mogelijkheid bestaat om het budget uit te breiden met private aanvullingen."